Dat is een mooie uitdaging. Abe: “Niet alle initiatieven en ideeën van de partners zijn even concreet en hebben hetzelfde tempo. We zoeken daarom naar hoe we de projecten en kansen die er liggen zo goed mogelijk in het gebiedsplan mee kunnen nemen.”

Provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân, Rijkswaterstaat, gemeente Waadhoeke en Noardeast-Fryslân en een afvaardiging van landbouw – en natuurorganisaties staan samen aan de lat voor het maken van het gebiedsplan. Drie thema’s staan in het gebiedsplan centraal: brede welvaart, zoet water en ecologische plus. Abe: “De partijen hebben een hele mooie gezamenlijke ambitie, maar het is niet vanzelfsprekend dat alle wensen die er zijn goed samen gaan. Uiteindelijk moet het gebiedsplan een plus opleveren voor iedereen. Daarom moeten er keuzes gemaakt worden. Hoe kunnen we opgaven slim met elkaar verbinden, bijvoorbeeld ten aanzien van natuur, recreatie en zoetwater? Wat past er op welke plek? Daar praten we de komende weken samen met de partners over verder.

In het gebiedsplan willen de partijen de plannen die er zijn, slim met elkaar verbinden. Abe: “De afgelopen periode hebben we belangenorganisaties uit het gebied betrokken bij het uitwerken van het gebiedsplan. Ook zijn en gaan we hierover met grondeigenaren in gesprek. Voor dat gesprek moeten de plannen wel duidelijk zijn. Zo kunnen we met elkaar, de organisaties binnen 1DYK en grondeigenaren, kijken wat wel en niet mogelijk is. Begin 2025  is er een concept plan gereed. Eind maart besluiten de bestuurders uit de Stuurgroep van 1DYK hoe ze het gebiedsplan verder kunnen brengen.”  

Veenstra komt zelf niet uit Friesland, maar heeft wel Friese roots. Zijn vader kwam uit Fryslân en van 2007 tot en met 2012 werkte hij voor Atelier Fryslân. In zijn rol als adviseur hield hij zich ook toen al bezig met thema’s aan de Friese Waddenkust. “Ik zou het mooi vinden dat wat we nu doen het begin is van een langer traject, waarin partijen met elkaar blijven samenwerken. En dat ze vanuit de verschillende belangen die er zijn een balans kunnen vinden tussen natuur, recreatie, landbouw en economie. Een balans tussen reuring en rust.”